In december vind ik het altijd super om herinneringen op te halen en foto’s terug te kijken van het afgelopen jaar. Zo heb ik, samen met Tom, in september een reis gemaakt door Israël. De reis begon in Tel Aviv, waarna we naar via Arad aan de Dode Zee door zijn gegaan naar Jerusalem, met nog een tussenstop in Tel Aviv.
Eén ding waar ik heel excited over was, is het gegeven dat Tel Aviv een so called vegan friendly city is. En dat was het. Ik heb daar de lekkerste pizza met ‘nepkaas’ op, shakshuka, vegan shoarma met tahini en een echte Big Vegan van de Mc Donalds. De hummus verkopen ze daar in kiloverpakkingen, dus wij hadden niks te klagen.
We zaten eerst middenin de oude binnenstad, Jaffa, in een knus klein hotelletje. Eigenlijk hebben we daar helemaal niet veel van gezien, omdat we alleen maar op pad waren. Van de vlooienmarkt door naar de zwevende sinaasappelboom en uiteraard van het ene restaurantje naar de volgende bar.
Ook hadden we ons voorgenomen elke ochtend als dat mogelijk was, in de zee te zwemmen voordat we gingen ontbijten. In de ochtend was de zee op zijn mooist en het strand was lekker rustig. Tom zwom vaak een grote ronde, terwijl ik na een stukje heen en weer mijn camera pakte en foto’s schoot van de omgeving.
We hadden een knalrode Seat Ibiza gehuurd om naar de Dode Zee te rijden. We hadden airco en een geweldige stereo in de auto, dus de rit van een paar uur viel alles mee. We hadden ook het prachtige, bizarre landschap om naar te kijken. Het bestond uit stenen en stapels zand. Door als een woestijn, maar met meer reliëf.
Er kan alleen maar op één plek gezwommen worden in de Dode Zee, welke aan een groot resort ligt. Die plek konden we natuurlijk niet vinden. Maar, nadat we veel te ver doorgereden waren en eigenlijk de hoop al een beetje hadden opgegeven, zagen we het resort en een aantal drijvende mensen. We made it!
Dat drijven in het grote zoutbad is echt een bizarre ervaring. Het zout deed pijn aan mijn voeten, want je liep namelijk niet over zand het water in, maar een groot wit bed van zoutkristallen. Het water had een prachtige kleur en eenmaal drijvend leek het net of ik op een wolkje lag.
We overnachtten in Arad, een klein stadje vlakbij de Dode Zee waar echt helemaal niks te beleven is. Pizza in de hotelkamer it was.
Op de terugweg reden we langs een archeologisch park, wat vroeger een Romeins havenstadje was. Caesaria, vernoemd naar de welbekende keizer. Dat was zo gaaf! Normaal gesproken, als je in een museum of een archeologisch park loopt, mag je niks aanraken en alleen maar kijken. Hier konden we zelf de aquaducten inlopen en op de originele tribune van een een hippodroom zitten.
Daarna maakten we nog een korte stop in Tel Aviv, om nog even te genieten van het strand, de kunst en uiteraard het lekkere eten. De tweede keer zaten we in een superluxe appartement, welk complex net was geopend. Alles was helemaal nieuw en modern. Het kleine huisje had zo in een VT wonen magazine kunnen staan. Met een lokaal groenteboertje om de hoek, hadden we binnen handbereik een heerlijk ontbijtje.
Als afsluiter gingen we nog een paar dagen met de trein naar Jeruzalem. Dat ging overigens fenomenaal. En wat is Jeruzalem een prachtige stad. Ook daar zijn de mensen erg vriendelijk. Ik merkte alleen dat men daar iets conservatiever is dan in Tel Aviv. Om die reden heb ik elke dag daar een doek om mijn haren gedragen, als blijk van respect. Toen we gesetteld waren, hebben we The Dome Of Rock bezocht, de klaagmuur en zijn we Via Dolorosa af gelopen. Tussendoor hebben we wat kerkjes bezocht, katjes geaaid en granaatappelpitjes gegeten op de oude markt.
Op de oude markt heb ik ook het mooiste kettinghangertje wat ik me kan voorstellen van Tom gekregen. Een levensboompje van zilver. Die draag ik tot op de dag van vandaag nog bij.
Het was echt een geweldig avontuur en ik hoop dat de volgende net zo fijn wordt. Op naar Vietnam!
Reactie plaatsen
Reacties