SEO-serie deel II
Weet je nog dat ik het de vorige blog had over belangrijke begrippen als het gaat om de wondere wereld van zoekmachineoptimalisatie? Goed om je geheugen even op te frissen. In het tweede deel van het onderzoek naar SEO (vanuit de Google Search Central) ga ik namelijk dieper in op het optimaliseren van je website. Deze blog gaat dan ook over hoe je Google een handje kunt helpen jouw content te vinden en wat de do’s en don'ts zijn in paginaopimalisatie.
Maak je content beschikbaar
Eerste dingen om af te vinken: zorg dat je pagina’s niet zijn geblokkeerd door robots.txt. Of juist wel. Als je wilt dat een pagina niet wordt geïndexeerd, kan een robots.txt juist goed werken. Dit zijn tekstbestanden die je aan de <head> van je pagina kan toevoegen. Als een crawler dan op die pagina komt, wordt die pagina dus niet geïndexeerd.
Verder is het belangrijk dat je niet eerst hoeft in te loggen om bij de content te kunnen en dat alle bestanden (afbeeldingen et cetera) beschikbaar zijn op je pagina’s. Zo niet, kan Google de pagina niet (goed) crawlen.
Google een handje helpen: zo zorg je ervoor dat de pagina’s van je website worden gecrawled
Weten hoe je sitemap in elkaar zit. Als je gebruik maakt van een CMS als Wordpress, Wix of JouwWeb, is de kans groot dat je het systeem al een sitemap voor je heeft gemaakt. Check vooral even waar je die kunt vinden. Deze sitemap kan je vervolgens in je Google Search Console inladen, waardoor je het crawlers makkelijk maakt de te indexeren url’s van je website te achterhalen.
Nu is dit vooral handig voor grote websites (dan hebben we het over websites met meer dan 500 pagina’s) waar de navigatiestructuur moeilijk(er) is te achterhalen. Maar ik dacht: better safe than SEOrry.
Wat moet ik doen als veel pagina’s op elkaar lijken?
Ook handig om te controleren: kijk of in je sitemap alleen de canonical-urls staan. Een canonical-url is de meest representatieve url van een reeks pagina’s die erg op elkaar lijken. Die meerdere url’s komen bijvoorbeeld voor als je een shirt verkoopt waarvan er meerdere kleuren bestaan. Of als je een nieuwe (versie van een) pagina hebt gemaakt die een oudere (uiteindelijk) moet vervangen. Google kiest zelf een canonical url uit, als jij dat niet doet. Je kunt voor pagina’s die op elkaar lijken, of in de sitemap of <head> van de pagina aangeven dat een van de url’s de canonical is.
Als de ene pagina de andere moet vervangen, zet dan alvast een 301-redirect in het systeem. Zo word niet alleen de gebruiker naar de juiste (nieuwe) webpagina geleid, maar laat je ook Google weten dat de nieuwe url de betere versie is dan de vorige.
Hoe optimaliseer ik mijn url’s?
Als we het dan toch over url’s hebben, zet ik gelijk even de do’s en dont’s op een rij:
- Maak je url’s zo simpel mogelijk en zorg dat ze voor het mensen begrijpelijk zijn. Gebruik dus simpele en beschrijvende woorden.
- Als je buitenlandse karakters gebruikt in je url, zorg dan dat je de juiste UTF-8 encoding gebruikt.
- Voorkom lange, moeilijk te lezen ID-nummers in de url
- Onderscheid de woorden niet met underscores ( _ ), maar met koppeltekens ( - ). Dus: https://www.voorbeeld.nl/seo-handleiding-voor-beginners. Zorg dat je verschillende woorden in een url onderscheid (met een koppelteken). Zo maak je de url beter leesbaar voor crawlers.
Dit is wat ik tot nu toe heb gehaald uit de url- en paginaoptimalisatie van het kenniscentrum van Google. In deel 3 ga ik de praktijk onderzoeken: nu de basis voor een goede SEO staat, hoe laat je die Googlebot dan zien dat jouw content waarde heeft voor de zoeker en bovenin die zoekresultaten moet verschijnen?